Opleiding tot ambulanceverpleegkundige: leerling en begeleider aan het woord
Maikel Stoelman is ruim 8 jaar in dienst bij Witte Kruis waarvan 4 jaar als werkbegeleider en sinds kort ook als mentor. Op dit moment begeleidt hij Daniëlle de Bruijn, lange tranche student in Zeeland. Wij spraken beiden over hun ervaringen, verwachtingen en vaardigheden.
Maikel heeft een achtergrond op de IC en SEH en wilde graag ook de kennis en ervaring vanuit die afdelingen overbrengen op de leerlingen. “Toen er vraag bleek te zijn naar nieuwe werkbegeleiders heb ik dan ook niet lang getwijfeld.”
Daniëlle heeft 2,5 jaar gewerkt op de spoedeisende hulp in Antwerpen, maar wilde eigenlijk van jongs af aan de acute zorg in en op de ambulance werken.
“Toen de pilot groep Lange Tranche in september 2019 startte, heb ik mijn kans gegrepen. Het is een nieuwe opleiding, dus dat was vooral in het begin wel zoeken voor alle partijen. De eerste drie maanden waren heel druk met alle opleidingsdagen in Harderwijk. Het kost natuurlijk ook veel energie als je bij een nieuwe werkgever start. En natuurlijk moet je meteen op de ambulance meedraaien!”
Eerste periode
“Die eerste periode had ik om de week een aantal dagen achter elkaar opleiding in Harderwijk. Vanaf januari werd dat één keer in de maand. De rest van de dagen loop ik stage of werk ik op de ambulance. Met drie vaste werkbegeleiders die mij begeleiden op de ambulance. Eén van die drie is mijn vaste mentor Maikel. Hij is extra betrokken bij mijn leerproces. Maikel weet wanneer mijn stage is, kent mijn opleidingstraject en knelpunten en voert ook gesprekken met de ROC’s. Met Maikel heb ik ook voortgangsgesprekken: hoe gaat het op de ambulance en hoe ervaar ik de verschillende stages?”
Begeleiding
“Ik ervaar de begeleiding als een warm bad, vanaf het moment dat ik binnenkwam. Het contact met de werkbegeleiders voelde meteen als thuiskomen. De één op één begeleiding die ik krijg is heel persoonlijk en op maat. De begeleiders passen zich aan op wie je bent als leerling. En tegelijkertijd voeren ze met elkaar dezelfde rode draad.”
“Daniëlle doet het goed, maar ze vraagt wel om een andere manier van begeleiden. Daniëlle is veel meer een denker dan een doener en heeft niet de bagage die leerlingen van de korte tranche wel hebben. Er is ook meer tijd voor ons om haar op te leiden en daar moeten we onze aanpak op aanpassen. De grootste uitdaging voor Daniëlle is om niet elke casus met een 10 te willen afsluiten. Uiteraard wil iedereen het liefst een 10, maar dat is niet altijd haalbaar. Voor een perfectionist als Daniëlle is dat lastig, maar we gaan met grote sprongen vooruit.”
Uit handen geven
“De lijnen zijn erg kort, daardoor gaat de communicatie perfect. Na een dienst is er altijd even persoonlijk contact over hoe het ging die dag. Als er problemen zijn of ik loop ergens tegenaan, kan ik hiervoor altijd bij mijn begeleiders terecht. Ik voel me bij hen op mijn gemak en ze zijn een luisterend oor wanneer dit nodig is.”
“Soms is het voor een werkbegeleider lastig dat je van een afstandje staat toe te kijken… Als je bij een casus aankomt, wil je direct helpen. Op dat soort momenten moet je de leerling eerst de bevindingen laten doen voordat jij iets doet. En natuurlijk grijp je in als het niet goed gaat, maar het is in het belang van de ontwikkeling van de leerling dat je hen zo lang mogelijk zelf het werk laat doen.”
Dat beaamt Daniëlle: “Je wordt niet zomaar werkbegeleider. Je moet natuurlijk heel wat jaren ervaring hebben, maar ook in staat zijn om die kennis en kunde goed over te brengen. Bovendien moet je geduld hebben en vooral: uit handen kunnen geven tijdens kritieke momenten. Als werkbegeleider moet je een leerling de kans kunnen geven om iets te leren, maar ook zorgen dat je de patiënt niet in gevaar brengt. Dat doen onze werkbegeleiders erg goed, en natuurlijk springen ze bij als ze zien dat het nodig is.”
Feedback
“Naderhand bespreken we de casus samen”, vult Maikel aan. “Er is vaak geen goed of fout. We werken vanuit een protocol, maar qua aanpak of communicatie kunnen er veel verschillen zijn. Ik laat altijd weten hoe ik het zelf had aangepakt, maar het mooie is dat ik ook dagelijks nog dingen leer van mijn eigen leerlingen.”
“Dat is een van de kenmerken die je als werkbegeleider zeker moet hebben; kunnen open staan voor feedback. Ik ben me bewust van het feit dat er ook andere manieren zijn om casussen aan te pakken. Je moet feedback kunnen geven, maar ook kunnen ontvangen. Dan is het een hele mooie ervaring.
Vanuit de Ambulance Academie volgen wij ook cursussen, onder andere in het geven van feedback. Ook word je als werkbegeleider goed op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op het gebied van opleiden.”
“Het mooiste van werkbegeleider zijn is wanneer je tijdens een casus van een afstandje toekijkt naar je leerling en je ziet dat alles perfect gaat. Dat geeft een kick en maakt je trots. Jij bent er deels verantwoordelijk voor dat alles zo gelopen is.”